Afscheid

Het leven is verdomd oneerlijk… In 3 weken tijd is er nu al een tweede geweldig mens dat deze wereld verlaat als verkeersslachtoffer…

Het zijn gebeurtenissen die sowieso al heel erg op je inbeuken en je met de neus op de feiten drukken:

Er is er niet één die het leven ooit overleeft… Het is nu te doen…

Die toffe mens… immense vakkennis die hij graag doorgaf aan mensen die dat verdienden – niet langer in het belang van het bedrijf. Hij is er niet meer…

Motorongeval onderweg naar huis afgelopen vrijdag.

Op slag dood, gedaan. En ergens is dat misschien maar beter zo… als je bedenkt hoe F op de werkvloer stond. ’t Is een verhaal dat op vele vlakken aanzet tot nadenken. Over hoe elk van ons omgaat met werk. Over de invloed van financiële zekerheid op onze beslissingen.

Als je fulltime aan de slag bent dan sta je er niet altijd bij stil, maar: het grootste deel van de tijd ben je niet thuis. Neen, het grootste deel van de dag zit je in een omgeving waar je zelf maar weinig vat op hebt. De dingen te doen die van je gevraagd worden. Met mensen die je zelf niet hebt gekozen. Of je bent onderweg van of naar die plek.

Normaal toch dat dat een hele grote invloed heeft op je leven? Het is niet zomaar werk, het is het grootste stuk van je leven. Letterlijk. Bovendien kan je de jobinhoud vooraf wel proberen inschatten, maar die collega’s, da’s altijd weer een verrassing.

En in het geval van F zit er zo mogelijk nog meer tragiek in z’n loopbaan dan in z’n ongeval…

F was polyglot en vakexpert. Dat soort mensen die niet op de hoek van de straat te vinden zijn. Zo’n werknemer waar werkgevers naarstig naar op zoek zijn. In een commerciële omgeving is het dan maar wiedes dat je enorm wordt gevaloriseerd. In het kleine bedrijf waar hij destijds startte werd dat door iedereen enorm geapprecieerd. F voelde zich dus goed en bleef er jarenlang gelukkig aan de slag. Het was een bijzonder bedrijf… als ik de verhalen van de collega’s van F mag geloven gingen elke dag rond 17u de deuren dicht. De eigenaar stond erop dat het werk tegen dan gedaan zou zijn en iedereen stond achter die visie. Iedereen op tijd naar huis. Iedereen gelukkig. Problemen werden altijd relatief makkelijk en in team opgelost. Was er eentje die de teamgeest ernstig in het gedrang bracht, die werd de laan uit gestuurd. Koste wat kost. Geen kat die er ook maar aan dacht daar een vakbondsafvaardiging te vragen.

Toen de bedrijfseigenaar met pensioen wilde zocht hij een overnemer. Zodat het imperium waar hij jarenlang aan had gewerkt verder kon gezet worden. Ja, ik zeg imperium, want op dat moment had het bedrijf een zeer stevige marktpositie. De financiële crisis had stevig ingebeukt op de markt maar dit bedrijf bleef winstgevend en bleef een begrip in binnen- en buitenland.

Een overnemer vinden voor zo’n bedrijf… tja, dan moet je vooral op zoek naar kapitaal… En dat werd gevonden.

F’s werkgever werd overgenomen door een grote groep. Een groep die een andere corebusiness had maar waarvoor dit bedrijf een mooie aanvulling zou zijn in de portefeuille. Vergelijk het met een groothandel in aarbeien en een in frambozen. Heel wat klanten hadden ze al gemeen.

Een van hun managers werd dus manager van F en collega’s. Het bedrijf moest veranderen, de werking moest afgestemd worden op die van de groep. Zelfde softwarepakket invoeren, da’s toch piece of cake! Alles over dezelfde kam scheren, heel veel veranderen maar vooral zonder structureel investeren.

F bleef desondanks verkopen, verkopen, verkopen… Hij ging zo hard dat hij een promotie beloofd kreeg, ondanks zijn kritiek op de nieuwe werking. F zag immers welke invloed de wijzigingen zouden hebben op de kwaliteit van producten en dienstverlening. Hij waarschuwde. Maar dat werd hem niet in dank afgenomen. Maar hij kreeg dus wel die promotie beloofd en verkocht verder.

Intussen werd het verkoopteam versterkt. Had F altijd frambozen verkocht dan had de nieuwste collega tot dan toe tennisballen verkocht. Waar in haar nieuwe business rekening moest worden gehouden met stapelwijze, houdbaarheid, kleur, grootte en dergelijke vond ze dat de tennisbal-verkooptechnieken doodeenvoudig konden vertaald worden naar frambozen… Dat je frambozen geen weken in je magazijn kon laten staan, dat die in kleinere verpakkingen hoorden, het werd allemaal in vraag gesteld…

En nu komt het: zij kreeg de promotie!

Feit is dat de overname sowieso al heel veel had veranderd, dat de werkvreugde in het hele bedrijf in ieder geval al op zijn retour was… Maand na maand kon je merken hoe het voor F lastiger werd (gemaakt) op het werk… De dingen zien fout gaan. Zien hoe de dozen frambozen veel te hoog worden gestapeld en op de vingers getikt worden als je er wat aan probeert te doen. Moeten wachten tot je manager het zelf ziet en je de opdracht krijgt om de puree te gaan opkuisen. Een idee voor een structurele oplossing werd af en toe wel eens toegejuicht. Maar als het op de uitwerking aankwam was het meteen gedaan. Het kon niet zijn dat er daarvoor een vergadering werd gehouden. Zeker niet met zoiets doms als een arbeider. En zo ging het 40u per week. Maand in, maand uit. Jaar in, jaar uit.

Eigenlijk wilden sommigen F buiten, maar gezien zijn anciënniteit was daar geen budget voor. Andere collega’s kregen burn-out’s, hielden zich staande met anti-depressiva, maar F ging – met de nodige woede-uitbarstingen tussendoor – dapper verder…

Uiteraard zocht hij een uitweg, uiteraard zocht hij een andere job… maar die anciënniteit speelde hem parten…

En dat is waarom ik vandaag ook wel een zucht heb geslaakt voor F.

Een zucht van verlichting, omdat hij niet de kans had op een sterfbed te liggen en zich bepaalde vragen te stellen… Want ik snap hem wel, na meer dan 10 jaar veranderen van job is niet iets wat andere stervelingen beschouwen als normaal. ’t Is ook niet het meest veilige. Je zet heel veel op het spel. Liever een inkomen in de hel dan elders iets tekort moeten komen…

Anciënniteit, vaste benoemingen…

Allemaal dingen waar ik steeds meer F’s compleet in zie vastlopen. ’t Zijn kooien, zelfs geen gouden. Iedereen krijgt dezelfde kooi. Als jij liever zou werken volgens een ander uurrooster, dan zit je ook vast: ook uurroosters liggen vast voor iedereen…  Wie flexibel wil werken mag niet zomaar. Mij doet het steeds meer aan communisme denken.

Kortom, ik weet waarom ik niet langer in loondienst wil functioneren. Maar zelfs dan kan ik niet blijven aanzien hoe zo veel mensen niet langer in staat zijn voluit te leven. Omdat er zoveel obstakels zijn om na lange tijd te veranderen van job.

Maar voor velen is hun job heel dubbel. Het voelt als een kooi maar het is ook een financieel veilige haven. Een veilig kot waar ze niet uit durven…

Vandaag stel ik me de vraag hoe veilig dat kot echt is…

F vertrok vaak vol frustratie, vol woede die hij tijdens de dag opkropte. Woede die hij tot zijn eigen spijt ’s avonds nog moest kwijt zien te geraken. Liefst niet thuis… En zo zal hij misschien ook vrijdag op z’n motor zijn gesprongen. Het verkeer in. Tussen heel wat mensen die ook vol ergernis naar huis rijden. Die niet ook nog eens ongelijk willen krijgen in het verkeer. Die ook hun plaats hebben op de baan. Die in gedachten nog een antwoord zoeken op die scheve opmerking van die collega. Die in gedachten oplossingen zoeken… Hij die dat misschien ook deed… BOEM! End of story.

Hoe veilig is je keuze voor die kooi echt, als je tot op dat moment niet met plezier hebt geleefd? Als je niet in het nu kan leven. Als je op automatische piloot leeft.

Ik ben blij met mijn keuze. Doe F eer aan en denk jij er op z’n minst ook even over na…

 

 

Share

6 gedachtes over “Afscheid”

Geef een reactie

Share